De amygdala van Said en Chérif

De kans is groot dat de cartoon killers Said en Chérif Kouachi disfunctionerende amygdala hadden. Volgens criminoloog Wouter Buikhuisen, over wie straks meer, zou het heel goed kunnen dat drie van de vier criminelen in Nederlandse cellen lijden aan hypoactieve amygdala. Dus waarom zou dit ook niet zo zijn bij deze Parijse broeders met een strafblad? In dat geval zijn zij in zekere zin slachtoffer.

De amygdala zijn amandelvormige kernen die in de hersenen verweven zijn met andere hersenstructuren. Als de amygdala niet goed functioneren – bijvoorbeeld door genetische aanleg of traumatische ervaringen – kan dat onder meer van invloed zijn op

  • het vermogen om van negatieve situaties iets te leren
  • het invoelingsvermogen
  • het vermogen rationele besluiten te nemen
  • de gewetensfunctie

Ik heb dit uit het hoofdstuk dat Buikhuisen schreef in het vriendenboek voor criminoloog Jan van Dijk. Buikhuisen stuurde het mij onlangs toe nadat ik een beginnersfout had hersteld. Dat zit zo.

Loer

Buikhuisen oogstte rond 1980 een storm van kritiek vanwege zijn plannen om de biologische oorzaken van misdaad te onderzoeken. In die tijd was het nog bon ton om vooral maatschappelijke factoren als ‘criminogeen’ aan te merken. Het breinonderzoek was toen bepaald niet in de mode. De grootste tegenstander van Buikhuisen was Piet Grijs, een pseudoniem van de in 2014 overleden Hugo Brandt Corstius (die tegenwoordig vooral bekend is als de vader van Aaf en Jelle).

In juni 1980 studeerde ik af als strafrechtjurist met criminologie als bijvak. Ik was toen net freelance journalist en in die hoedanigheid interviewde Buikhuisen voor het Utrechts Universiteitsblad. Buikhuisen stond mij open te woord, maar ik schreef zo’n verdachtmakend artikel dat Piet Grijs met de helft van het stuk een complete column vulde in Vrij Nederland.

Dit ‘succes’ is aan mij blijven knagen, omdat ik niet lang daarna begon in te zien dat ik Buikhuisen een loer had gedraaid met een verborgen agenda. Bovendien had ik op de universiteit geleerd kritisch en onafhankelijk na te denken. Maar die kritische houding nam ik niet aan tegenover de critici van Buikhuisen.

Buikhuisen staakte in 1989 zijn onderzoek en werd antiquair in Warmond. Later emigreerde hij naar Spanje. Aan zijn vlucht had ik een steentje bijgedragen.

Op 12 december 2014 zag ik hem weer, bij de jubileumviering van Justitiële Verkenningen. Hij blijkt weer in Nederland te wonen. Ik was niet in de gelegenheid om hem aan te spreken, omdat ik snel weg moest. Daarom heb ik hem per e-mail mijn spijt betuigd en excuses aangeboden.

Buikhuisen was er blij mee. Te meer omdat tijdens het jubileum wel werd gesproken over criminologische onderzoeksthema’s, maar de biologische factoren van criminaliteit werden genegeerd. Buikhuisen stuurde mij zijn artikel over de amygdala, dat volgens de auteur in goede aarde viel bij de Nederlands hersenster Dick Swaab.

Intouchables

Buikhuisen eindigt het artikel als volgt: ‘We hebben laten zien dat, als de rechtbank geconfronteerd wordt met verdachten met een hypoactieve amygdala, zij in feite met lege handen staat. Het gaat hier immers om criminelen, de Indifferenten, zoals wij ze genoemd hebben, met een “Siliconen persoonlijkheid”, “untouchables” die structureel ongevoelig zijn voor straf, die niet beseffen wat zij hun slachtoffers aandoen, die onaanspreekbaar zijn, maar die evenals hun slachtoffers, zelf ook slachtoffer zijn. Het zijn de geboren recidivisten waarvoor de strafrechtspleging niet is toegerust en waarvoor, via de traditionele weg, vrijwel geen passende behandeling bestaat.’

Buikhuisen vervolgt: ‘Daarmee hebben we het hier in feite over toekomstige kandidaten voor longstay-afdelingen. “Levenslang” krijgen omdat je geboren bent met een fatale handicap, omdat de volksgezondheidskanalen tekort geschoten zijn en Justitie niet goed raad met je weet. En dit alles in naam van het Recht met hoofdletters. Misschien kan Vrouwe Justitia toch maar beter haar blinddoek afnemen en eens goed kijken naar wat er allemaal onder haar ogen plaats vindt.’

Buikhuisens compassie met de dader past uitstekend bij de traditie waarin ik als strafrechtjurist/criminoloog ben opgeleid. Hoewel het brein nu in de mode is, roeit Buikhuisen door de compassie opnieuw tegen de stroom van de tijdgeest in. Maar nu heeft hij mijn sympathie.