‘Deze tijd vraagt om duidelijkheid en continuïteit’

MKB-voorman Hans Biesheuvel richtte vijf jaar geleden ONL voor ondernemers op. Na ontslagrecht en financiering vindt hij vereenvoudiging van de belastingen het belangrijkste agendapunt voor de komende jaren. 

‘Op mijn twaalfde verjaardag zei mijn vader: ik heb goed en slecht nieuws voor je. Het goede nieuws is dat je serieuzer wordt genomen, het slechte nieuws is dat je gaat helpen in het bedrijf. Toen ik zeven jaar later mijn atheneum-diploma had gehaald, zei ik tegen mijn vader: ik heb goed en slecht nieuws voor je. Het goeie nieuws is dat ik ondernemer word, het slechte dat ik geen zoontje van de baas wil worden en voor mezelf wil beginnen. Maar ik had alleen een diploma, geen geld.’

‘Ik ben daarom eerst overdag gaan werken op het ministerie van Verkeer en Waterstaat, terwijl ik ’s avonds de heao deed. Toen ik mijn diploma had, richtte ik een technische groothandel op. Mijn vader had ook een technische groothandel en was óók niet het zoontje van de baas. Zijn vader, mijn grootvader, had een mechanicabedrijf. Toen die geen opvolger kon vinden, verkocht hij zijn bedrijf aan kopers die er uiteindelijk niet gelukkig mee waren. Op mijn vijfentwintigste heb ik dat bedrijf gekocht.’

U kocht eigenlijk het familiebedrijf terug?

‘Ja, dat is letterlijk gebeurd. Want mijn vader zei toen: ik dacht dat je dit nooit wilde, maar als je dan toch die stap zet, waarom koop je mijn bedrijf dan ook niet? Toen werd het in één keer de Biesheuvel Groep. Wat mijn vader en grootvader dertig jaar lang niet samen konden of wilden, kwam toen bij elkaar. Door de financiering werd ik feitelijk gedwongen enorm te gaan investeren in IT. In de jaren negentig waren computers nog nieuw in bedrijven. We investeerden ook in service en logistiek: klanten konden 24/7 bestellen.’

‘Door die combinatie groeiden we in tien jaar tijd van grofweg 20 naar 100 miljoen omzet en was ik debt free. Toen toonde een bedrijf uit Londen interesse. Het was eind jaren negentig en de euro kwam eraan. De prijs van onze koopwaar lag in Duitsland natuurlijk lager dan in Nederland, dus de euroconcurrentie zou ons heel veel marge gaan kosten. De Engelsen zagen een consolidatieslag aankomen en kochten mijn bedrijf.’

Hoe gaat het nu met dat bedrijf?

‘Na achttien jaar staat mijn naam nog steeds op de gevel en is de omzet verdrievoudigd.’

U bent er geen commissaris geworden?

‘Ik heb er nooit meer een stap gezet. Als weg bent, dan ben je weg en is het klaar.’

MKB-Nederland

Daarna ging u naar MKB-Nederland?

‘Rond Kerst 2010 werd ik gebeld of ik voorzitter wilde worden.’

Was u al lid?

‘Nee, dat is wel curieus. Ik ben nooit lid van een club geweest, ook niet van een branchevereniging. Dat geldt voor veel ondernemers van mijn generatie.’

Hoe kwamen ze dan bij u terecht?

‘Laat ik het zo zeggen: iemand in Den Haag suggereerde mij te bellen en te vragen of ik eens wilde komen praten. Bij het eerste gesprek zei ik: nee, dat is niks voor mij. Want ik ken de polder en die brancheverenigingen niet. Ik wil het land in en niet in een Malietoren (onderkomen VNO-NCW en MKB-NL, LvA) zitten vergaderen. Dat kan ik helemaal niet. Dus ik zei nee.’

Maar u deed het toch

‘Door mijn vrouw, die zei: jij hebt altijd geroepen dat er een ondernemer in Den Haag moet komen, nu krijg je de kans en zeg je nee. Dat vond ze echt slap. Ik heb er ’s nachts van wakker gelegen. Het mkb worstelde met de economische crisis. Ik heb toen alsnog ja gezegd, maar zei ook: ik wil het fulltime gaan doen, maar niet in dienst en zonder bijbanen ernaast. Ik kon het niet een beetje of half doen en wilde er vol voor kunnen gaan. Ik heb toen binnen drie maanden zeven van mijn acht commissariaten overgedragen. Eentje heb ik nog even aangehouden, omdat mijn collega-commissaris helaas net was overleden.’

U werd het gezicht van het mkb

‘Ja. Ik vond het wel een shock. Ik kwam vanuit de wereld van commercie en finance bij een vereniging van verenigingen die ondernemers als lid hebben. Een van de meest opvallende dingen vond ik dat in het hoofdbestuur vooral politici zaten en eigenlijk geen ondernemers.’

Was het een ambtelijke, politieke organisatie?

‘Ja, onder leiding van VNO-NCW. De twee verenigingen zaten toen al samen in de Malietoren. Het was gewoon één werkorganisatie met twee voorzitters, maar MKB-Nederland lag onder.’

Had u dat vooraf onderschat?

‘Jazeker. Ook omdat mij een beeld was geschetst van twee onafhankelijke verenigingen. Maar in de praktijk was dat gewoon niet zo. Als de belangen verschillen bij grote onderwerpen is dat natuurlijk wel lastig. Ik zal mijn eerste optreden bij Nieuwsuur niet gauw vergeten. Daar ging het over de banken, die zich massaal terugtrokken uit het mkb. Dat was voor iedereen zichtbaar. Ik zei daar iets over en werd daarna gebeld door de voorzitter van VNO-NCW. Die zei: wat heb je nou gedaan? Die banken zijn onze belangrijkste leden en betalen de hoogste contributie. Wil je dat nooit meer zeggen.’

‘Zo ging het bij meer onderwerpen. Je zag het onlangs ook bij de dividendbelasting: leuk voor Shell en Unilever, maar de rekening wordt neergelegd bij het mkb. Ik snap best dat het efficiënt is om dingen samen te doen achter de schermen. Maar bij grote onderwerpen – ontslagrecht, loon doorbetalen bij ziekte, dividendbelasting, noem maar op – zijn de belangen van grote bedrijven en mkb zo anders.’

Sociaal akkoord

Wat was de aanleiding om te stoppen?

‘Het sociaal akkoord in 2013 was voor mij het kantelpunt. Het was echt een heel slecht akkoord, maar VNO-NCW duwde het ons gewoon door de strot en ik had het nakijken.’

Wat stond er aan slechts in?

‘Bijvoorbeeld het ontslagrecht. De Flexwet die je nu hebt, is voortgekomen uit het sociaal akkoord. Het ontslagrecht is significant verslechterd. Juist voor kleinere bedrijven, want het werd duurder en veel moeilijker om mensen te ontslaan. Ik heb het sociaal akkoord dan ook nooit getekend. Ik zei dat ik misschien nog wel wilde meewerken als ik er iets groots voor terug kreeg. Bijvoorbeeld loon doorbetalen bij ziekte – een belangrijk pijnpunt voor het mkb – of iets anders laten vallen. Maar daar was men totaal niet toe bereid. Ik dacht: als het mkb zo gemakkelijk aan de kant wordt geschoven, kan ik niet doen waarvoor ik gekomen ben. Ik stop er gewoon mee.’

Wat gebeurde daarna?

‘Ik dacht dat het een voetnoot zou zijn in Het Financieele Dagblad: twee zinnetjes en klaar. Maar het kreeg enorm veel publiciteit. Ik heb twee dagen op de voorpagina van het FD gestaan en heb een kartonnen doos vol met alleen maar krantenartikelen over mijn vertrek. Veel belangrijker dan die publiciteit waren de duizenden reacties van ondernemers. De toon was vooral: eindelijk eens iemand die zei wat wij denken en dan ga je weg. Mirjam Bink, die ik kende van MKB-Nederland, stelde toen voor een paar van de ondernemers op te zoeken die hadden gereageerd. Wij zijn samen at random het land in gegaan en die ondernemers gaven ons de energie om de stichting ONL voor ondernemers op te richten.’

Heeft ONL voor ondernemers invloed in politiek Den Haag?

‘Ja, we doen mee. Ik ben bijna elke dag op een ministerie of in de Tweede Kamer. We worden heel veel uitgenodigd.’

Wat zijn de grootste thema’s voor het mkb?

‘Op dit moment is de allergrootste uitdaging hoe je personeel vindt en hoe je mensen vasthoudt. Voor het hele bedrijfsleven, maar zeker voor mkb-bedrijven, is dat momenteel de grootste struggle.’

Is het mkb wel een aantrekkelijke werkgever?

‘Dat weet ik niet. Ik denk dat veel mkb-ondernemers minder focus hebben op het werkgeverschap. Vanuit de crisis is het heel snel weer goed gegaan en ik heb het gevoel dat veel bedrijven nog niet de omslag hebben gemaakt van overleven met de vingers op de knip naar groei. Veel ondernemers rijden in de hoogste versnelling op de rotonde en weten niet welke afslag ze moeten nemen. Als je dan mensen zoekt, wordt het ingewikkeld.’

Vereenvoudiging

Wat is nog meer een aandachtspunt voor de toekomst?

‘Toegang tot financiering. Het grote probleem is dat je in Nederland nog maar drie banken hebt waar je terecht kunt voor bancaire financieringen. En die banken willen eigenlijk alleen nog maar de aantrekkelijke dossiers financieren. Op een lening van een ton verdienen ze te weinig. Een toekomstplan, vastgoed en goodwill financieren ze liever niet en ze willen alle zekerheden.’

‘Probleem is dat steeds meer ondernemers in de retail alleen zaken willen doen als je jouw vorderingen niet verpandt aan een ander, terwijl de bank die als onderpand wil. Wij hebben de Tweede Kamer achter een voorstel van ONL gekregen om het contractuele verpandingsverbod wettelijk aan te pakken, zodat het gewoon niet meer mag. In veel landen om ons heen is zo’n clausule al verboden. Hopelijk gaan de Tweede en Eerste Kamer straks ook achter het wetsvoorstel staan, want er is uitgerekend dat dit ruim een miljard extra kredietruimte voor het mkb kan gaan opleveren. Dat is natuurlijk fantastisch. En het kost niemand geld.’

De Vereniging van Hogere ambtenaren van het Ministerie van Financiën pleitte onlangs in Het Register voor forfaitering van de bedrijfskosten of zelfs bedrijfswinsten. Hoe denkt u over vereenvoudiging?

‘Voor veel ondernemers is dat een hele grote wens. Net als een betere fiscale positie voor de dga. Ik heb daar twee keer een goed gesprek over gehad met de staatssecretaris en we moeten nu zien wat ervan komt. De dga moet weer pensioen kunnen opbouwen in zijn bedrijf. En bij vereenvoudiging denk ik aan al die aftrekposten en uitzonderingen. Veel ondernemers missen het overzicht en hebben geen idee meer wat ze nu eigenlijk verdienen. Dat is misschien hartstikke leuk voor de belastingadviseur, maar niet goed voor die ondernemer. Ik denk dat we af moeten van al die zijpaadjes en moeten kiezen voor zo min mogelijk aftrekposten en lagere tarieven.’

Dus u zou bereid zijn de fiscale faciliteiten voor ondernemers in te ruilen voor…

‘Voor permanent lagere tarieven; gewoon zeggen: laten we dat tien jaar gaan doen. Dat zou ik echt heel belangrijk vinden. Deze tijd vraagt om continuïteit en duidelijkheid.’

Een langere versie van dit interview, dat ik maakte met Sylvester Schenk, verscheen in Het Register