Bezwaar tegen wapenvergunning

De politie probeert iets te leren van het bloedbad dat Tristan van der V.  bijna twee jaar geleden aanrichtte in het Alphense winkelcentrum De Ridderhof. In het Tijdschrift voor de Politie probeerde ik een bescheiden bijdrage te leveren aan het leerproces.

Kun je iets leren in een strijdperk? De brandweer heeft ‘leerarena’s’. Dat zijn geen oefendorpen, maar bijeenkomsten waar incidenten worden geanalyseerd en besproken door direct betrokkenen en collega’s. Het doel daarvan is het vak, de discipline, verder te ontwikkelen. Arena moeten we niet te letterlijk opvatten. Het is gewoon een ruimte waar men figuurlijk de zwaarden kruist.

Kan de rechtszaal een leerarena zijn? En kun je van een rechtszaak even veel leren als van een bijeenkomst waar je met vakgenoten een incident van verschillende kanten doorlicht?

In een civielrechtelijke procedure gaat het om de ‘formele waarheid’: het residu van aangetoonde, althans gestelde en niet weersproken, feiten. De scope is dus eng. De vraag of je daarvan iets kunt leren kwam bij mij op door de claim die enkele nabestaanden uit Alphen aan den Rijn hebben ingediend tegen het korps Hollands-Midden. Vermoedelijk proberen ze hun verdriet eronder te houden met boosheid, strijd en hernieuwde media-aandacht. Als het daarom te doen is, zou je de eisers hun day in court nog wel kunnen gunnen. Maar emotionele schade is iets anders dan materiële schade.

Het korps moet – zoals bekend – terecht staan omdat een agent een wapenvergunning had verleend aan een psychiatrisch patiënt. Diverse korpsen hebben nadien alle wapenvergunninghouders gescreend. En het parlementair debat over de verlening van wapenvergunningen loopt nog. Zal de politie een extra les leren als de rechter de eis van de nabestaanden toewijst?

Een forse schadevergoeding betalen als je je werk niet goed doet, is in de ogen van rechtseconomen een prikkel voor meer waakzaamheid en dienstbaarheid. Wie een ander schade berokkent door onzorgvuldig handelen moet ook bloeden. De volgende keer beter!

Geldt dit ook voor toezichthouders en vergunningverleners? De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten hebben twee bestuurders van vermogensbeheerder VPV ten onrechte gemaand op te stappen. In 2010 zei het gerechtshof Amsterdam dat de toezichthouders 40% van de schade moeten vergoeden. De hoogte van de schade staat nog niet vast, maar zou in de miljoenen lopen.

Er loopt al jaren een discussie over de vraag of de aansprakelijkheid van toezichthouders moet worden beperkt. De tegenstanders van een limiet zijn het met de rechtseconomen eens dat het claimrisico de prestaties verbetert. En waarom zou de overheid niet op de blaren zitten wanneer zij de billen brandt, net als de particulier?

De Nederlandsche Bank vindt dat het claimrisico haar sterke arm verlamt. Een al te voorzichtige toezichthouder durft niet in te grijpen. (De zakken van de bank zijn kennelijk niet diep genoeg.) De behoedzame Noud Wellink is vervangen door een jonge doorpakker. En in juni heeft de Eerste Kamer een wet goedgekeurd die de aansprakelijkheid van de toezichthouders op de financiële markt beperkt tot opzettelijk onbehoorlijk optreden en grove schuld. Ruim baan voor de toezichthouder!

De aansprakelijkheidsrisico’s van vergunningverleners blijken overigens mee te vallen. Zo vindt de Hoge Raad dat de gemeente Enschede de schade van de vuurwerkramp niet hoeft te vergoeden.

De rechtszaal is dus geen geschikte leerarena.

Van mij kunt u daarentegen wèl iets leren. Wanneer uw zoon of dochter wil trouwen, gaan zij eerst een paar weken in ondertrouw. U kunt het huwelijk dan ‘stuiten’ als u banmg bent dat er iets mis is: een schijnhuwelijk, geestelijke gestoordheid, dreigende inteelt of polygamie. Ook opa en oma, broers en zusters, het OM en de curator of voogd van de aanstaande (of van uw kind) kunnen het huwelijk om die redenen tegenhouden.

Uw buren kunnen u dwarsbomen wanneer u een dakkapel op het huis wilt zetten. Dan wordt de vergunningaanvraag gepubliceerd en kunnen belanghebbenden bezwaar maken. Waarom zou dat niet ook kunnen als uw zoon een wapenvergunning aanvraagt? De kans dat hij dat buiten u en zijn psychiater om doet, wordt dan een stuk kleiner. En wat als uw buurman een vergunning aanvraagt? Zou u dan niet denken dat-ie gek is?

Als iemand bezwaar maakt, kun je uiteindelijk ook in de rechtszaal belanden. En dat is zoals gezegd geen leerarena. Maar zo’n rechtszaak lijkt mij nog altijd een stuk effectiever dan bakkeleien nadat het kalf verdronken is.

Nu we toch lekker aan het leren zijn, wil ik u nog het volgende meegeven: laten we een publiek register aanleggen van alle wapenvergunninghouders. Ze zijn al door de screening en ze staan niet op de lijst omdat ze ergens van worden verdacht, dus zo privacygevoelig is deze informatie niet.