Dement testament, wat doe je ertegen?

De kans dat iemand dement wordt, is 20 procent, bij vrouwen zelfs 30. Naarmate men ouder wordt, neemt de kans op dementie toe. Van de mensen boven de 90 jaar is ruim 40 procent dement.

Momenteel zijn er in Nederland 235 duizend mensen met dementie, van wie 12 duizend jonger dan 65 jaar. Door de vergrijzing zal dat aantal in 2050 naar verwachting zijn opgelopen tot ruim een half miljoen mensen. Hoe voorkom je als notaris dat er gerommeld wordt met het testament van demente mensen?

Notarissen zullen zich daarom vaker moeten afvragen of iemand wel in staat is haar of zijn wil te bepalen. Over enkele maanden kunnen notarissen bij twijfel een verklaring vragen van een arts. Maar wanneer moet je twijfelen?

Kun je oudjes nu ook al niet meer toevertrouwen aan de kerk? Dat vragen de neven en nichten van Antoon Jansen zich af. De vrijgezel bewoonde jarenlang met zijn ongehuwde broers en zussen een boerderij in het Brabantse Bergeijk. Hij stierf afgelopen najaar op 86-jarige leeftijd als laatste. De plaatselijke kerk heeft hij zijn hele vermogen nagelaten: een banksaldo van 9 ton en een boerderij die naar schatting 4 ton waard is.

Volgens het Eindhovens Dagblad zijn de zeventien neven en nichten van ‘ome Toon’ woest, omdat hij drie jaar voor zijn dood zijn testament heeft aangepast. Bij het laatste bezoek aan de notaris in Waalre werd Jansen vergezeld door Andy Penne, die tot 1 augustus vorig jaar pastoor was in Bergeijk. De woede van de nabestaanden is ingegeven door de overtuiging dat hun oom al sinds 2006 dement was. Harde bewijzen voor dementie ontbreken. Maar zuster Martinia, de non die volgens het voorlaatste testament 60 mille zou krijgen, bevestigt deze bewering. Overigens zouden de familieleden ook volgens het voorlaatste testament achter het net vissen, meldt de krant, waarin de pastoor zegt dat hij op verzoek van Jansen is meegegaan naar de notaris. Dat de trouwe kerkganger al zijn geld zou nalaten aan de kerk, was de pastoor toen wel duidelijk. Maar om hoeveel geld het ging, zou de geestelijke niet hebben geweten.

De neven en nichten hebben al contact gezocht met de KNB, een klacht bij de tuchtrechter is niet uitgesloten. Of de notaris beter had moeten opletten, is moeilijk te zeggen.

Herman Post van Stichting Alzheimer Nederland: ‘Als een oom of tante langs komt met een nicht voer dan een gesprek onder vier ogen. Ook als er een oudere binnenkomt met een naar verhouding veel te jonge vriendin. Het kan echte liefde zijn, maar …’

Volgens Post kampt een kwart miljoen Nederlanders met dementie. ‘In 2040 zijn het er 400 duizend. Iemand met dementie is niet per definitie wilsonbekwaam. Je hebt tweeënvijftig vormen van dementie. Ik kan me voorstellen dat je als notaris dan graag de deskundige mening wilt horen van een arts, geheugendeskundige of neuroloog.’

‘Zo’n onderzoek hoef je niet standaard te laten uitvoeren,’ zegt KNB-beleidsmedewerker Madeleine Hillen-Muns, wijzend op het ‘Stappenplan’. De KNB heeft sinds mei 2006 een stappenplan waarmee de notaris de wilsbekwaamheid van een cliënt kan beoordelen. Volgens dit plan hoeft de notaris ‘de geestesgesteldheid van zijn cliënt’ pas nader te onderzoeken als er aanleiding bestaat om daaraan te twijfelen. De ziekte van Alzheimer is één van de vele indicatoren om de twijfel te voeden. Bij twijfel moet de notaris de cliënt flink doorvragen in een gesprek onder vier ogen, bij voorkeur in de eigen omgeving van de cliënt. Als de notaris dan tot de conclusie komt dat de cliënt voor wat de gevraagde dienst betreft niet wilsbekwaam is, kan deze ‘ter verificatie’ een algemeen psychiatrisch/geriatrisch onderzoek laten uitvoeren door een niet-behandelend arts, aldus het Stappenplan.

De KNB gaat dit protocol binnekort herzien, samen met de Stichting Alzheimer Nederland en de notariële specialistenvereniging EPN. Alzheimer Nederland stelt onder meer enkele nieuwe indicatoren bij onterving voor. Dat de cliënt van buiten de gemeente kan bijvoorbeeld duiden op ‘shoppen’. Alleenstaanden zouden ook altijd moeten langskomen op kantoor. Verder vindt de stichting dat de notaris (een netwerk van) deskundigen moet kunnen raadplegen, op kosten van de cliënt.

Vier jaar geleden zei een Nijmeegs notaris in Notariaat magazine (2008/3) dat artsen hun vingers niet willen branden aan een verklaring over de wilsbekwaamheid van een patiënt. De behandelend arts mag de vertrouwensrelatie met zijn patiënt niet schaden door zich over de geestelijke vermogens uit te laten. Andere artsen die zich erover willen buigen, waren niet te vinden. Dus hoe zeil je dan als notaris tussen de ministerieplicht en het tuchtrecht door?

Voor de EPN was de problematiek aanleiding op zoek te gaan naar deskundigen. EPN-voorzitter Aniel Autar: ‘Via via kwamen wij terecht bij de VIA, de wetenschappelijke Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen. Tot voor kort zei deze vereniging: dat mogen wij niet doen. Nu hebben wij met de vereniging een protocol afgesproken. Daarin staat onder meer hoe de notaris zijn vraag moet formuleren. Voor een duidelijk antwoord moet dat heel zuiver gebeuren want wilsonbekwaamheid is geen eenheidsworst. Zo kan iemand in de ene situatie nog exact weten waar het over gaat, maar in de andere niet. De verklaring van de arts is dan één van de elementen die je in het dossier legt.’

Chanien Engelbertink voerde als voorzitter van de Commissie Levenstestament van de EPN samen met Autar en de VIA overleg over het EPN-VIA-protocol, dat een aanvulling vormt op het KNB-Stappenplan en beschikbaar is voor alle notarissen. ‘Het gaat niet altijd om de vraag of de cliënt een bepaalde transactie kan overzien. Bij het levenstestament is het veel ingewikkelder omdat het om veel meer situaties gaat. In één op de tien gevallen gaat de volmacht pas in als de wilsonbekwaamheid is vastgesteld. We gaan eerst een pilot doen, waarbij het bureau Trompetter & Van Eeden vijftig verklaringen afgeeft aan notarissen. Aan de hand daarvan bekijken we of het protocol moet worden aangepast.’

EPN heeft gekozen voor de VIA, omdat de vereniging uniformiteit kan waarborgen. Die uniformiteit is niet alleen van belang voor de acceptatie van de verklaringen. Het kan ook ‘shoppen’ bij de soepelste dienstverlener voorkomen.

VIA-voorzitter Saskia van der Merwe: ‘Onze vereniging is gericht op kennis delen, kwaliteitsbevordering en scholing. Als de pilot is afgerond, gaan we het project breed uitzetten. Onze leden kunnen een cursus volgen om de handelingsbekwaamheid van mensen te beoordelen door vragen te stellen en lichamelijk onderzoek te doen. Niet alleen bij dementie, maar ook bij ALS, afasie, manisch-depressiviteit en hersenletsel. Dat mondt uit in een register met deskundige artsen, die puur een verklaring afgeven op welke terreinen de wilsonbekwaamheid zich voordoet. Die stellen zij niet alleen op voor notarissen; ook rechters en accountants zijn hierin geïnteresseerd.’

Theo Trompetter van Trompetter & Van Eeden: ‘De pilot begint in het eerste kwartaal van dit jaar. Wij streven naar een standaard-werkwijze. Dat betekent dat de prijzen niet erg uiteen zullen lopen. Maar over de kosten van een onderzoek kan ik nu nog niets zeggen.’

Op 19 januari zullen de EPN en de VIA het protocol presenteren tijdens een cursus voor notarissen en leden van de Notariskamer. In de rechtspraak van de Notariskamer neemt het Stappenplan een belangrijke plaats in. Maar medio vorig jaar (LJN BQ9860) gaf de tuchtrechter in hoger beroep ook aan dat de notaris de stappen niet altijd hoeft te zetten. Een 79-jarige man stond onder behandeling wegens dementieklachten en deed al jaren zijn eigen administratie niet meer. De notaris wist dit niet toen de man zijn testament kwam wijzigen. Vijf maanden later werd diens vermogen onder bewind gesteld. Onder deze omstandigheden was er onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid en hoefde de notaris geen nader onderzoek in te stellen.

Advocate Harriet Delhaas denkt niet dat notarissen door het EPN-VIA-protocol vaker een medisch onderzoek moeten vragen: ‘Je kunt niet voor de zekerheid alle oude alleenstaanden laten onderzoeken. Niet iedereen wil zo’n test. De vraag blijft: wanneer moet je gaan twijfelen? Dat is niet in een richtlijn vast te leggen. Daarom is mijn advies: blijf je ervan vergewissen hoe een cliënt tot zijn wens komt en of de gevolgen hem duidelijk zijn. Daarbij is de indruk die een cliënt in een gesprek maakt van groot belang.’

(uit: Notariaat magazine januari 2010)