Geen vet meer op de botten

Een bijstandsmoeder die wil procederen over echtscheiding of alimentatie moet steeds langer zoeken om een advocaat te vinden die haar zaak wil behandelen. Want voor nog geen 35 euro per uur kunnen advocaten zo’n zaak niet meer doen. Advocaten en stagiaires worden vaker zzp’er, er groeit een aanbodoverschot en de concurrentie verhardt. En met de komende bezuiniging van 85 miljoen euro op de gefinancierde rechtsbijstand wordt de geldkraan nóg verder dichtgedraaid.

“Ik heb een enorme case load”, zegt Pim Fischer (Fischer Advocaten). Toch stopt hij straks met zijn kantoor. “Medio 2013 stond ik aan de rand van de afgrond. De Raad voor Rechtsbijstand vond 64% van mijn aanvragen niet toevoegingswaardig. Ik doe WWB-, WMO- en AWBZ-zaken voor niet-betalende cliënten die in de penarie zitten. Ik vind dat je moet kunnen bestaan van een 100 %- toevoegingspraktijk. Maar ik kan het risico niet nemen dat ik nogmaals voor veel van die zaken geen toevoeging krijg. Daar moet ik mensen ontslaan en voer ik nu exit-gesprekken met het personeel. In mijn eentje kan ik het financieel goed redden.”

Geen veelverdieners

Het wordt steeds moeilijker om rond te komen van toevoegingszaken. De vergoedingen zijn  in oktober vorig jaar al omlaag gegaan van 106,99 euro naar 104,85 euro per punt. De gemiddelde kostprijs per uur is 93 euro als advocaten het gebruikelijke aantal uren aan een toevoegingszaak zouden besteden, zo blijkt uit een onderzoek van Deloitte. Maar advocaten steken er vaak meer tijd in dan het aantal punten rechtvaardigt. Bovendien kunnen of willen advocaten de eigen bijdragen en griffierechten vaak niet innen. Van een kale kip kun je niets plukken.

“Als een cliënt zegt: “Ik heb deze maand nog 30 euro om van te leven”, laat je dat als advocaat soms maar zitten”, zegt Hein Vogel (Veraart De Granada) als voorzitter van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland. “Soms wordt de eigen bijdrage vergoed door de bijzondere bijstand.  Maar niet als je geen uitkering meer hebt.”

In feite is het gemiddelde bruto jaarinkomen per rechtsbijstandsadvocaat dus lager dan de 58.350 euro die Deloitte berekende. En dat gemiddelde is al 10 mille lager dan wat een overheisjurist in schaal 11 tot 14 verdient. De rechtsbijstandsadvocaat met het hoogste inkomen verdiende ruim 112 duizend euro, die met het laagste 21.518 euro. “Mogelijke beelden over de groep rechtsbijstandsadvocaten als veel verdieners zijn dan ook niet op zijn plaats”, concludeert Deloitte.

Het adviesbureau heeft niet onderzocht hoeveel uren de advocaten maken. Maar zestig uur per week is volgens Vogel geen uitzondering. “Er zijn advocaten die zeggen: “Ik zou wel één dag in de week vrij willen hebben”. En dan bedoelen ze één van de zeven dagen.”

Het wordt er zeker niet beter op. In een nieuwe bezuinigingsronde wil de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie nog eens 85 miljoen euro wegschrapen uit de pot voor gefinancierde rechtsbijstand.

Geen gekke Jetje

“Ik hoef er niet rijk van te worden. Zolang ik een boterham kan verdienen, vind ik het prima”, zegt Floor Oehlen (Crombag Oehlen). “Ik heb de cijfers nog eens goed bekeken en toen bleek dat wij voor een echtscheiding op tegenspraak nog geen 35 euro per uur verdienen. Je krijgt daar maximaal elf punten voor. Het werd altijd al slecht betaald, maar voor 1150 euro kan het niet meer als je kwaliteit wilt blijven leveren. Wij zijn geen Gekke Jetje. Wij kunnen dat verlies niet meer compenseren met andere zaken. En je kunt naast de toevoeging niet een declaratie sturen. Daarom hebben wij besloten dit soort zaken niet meer te doen. Dat is een eerste stap. Een volgende stap zouden de omgangs- en gezagzaken zijn, want die leveren 45 euro per uur op. Dat is bruto-omzet, daar moeten alle kosten nog af. Wij hebben met onze accountant ook de vaste lasten bekeken. Wij kunnen hooguit nog iets besparen op energiekosten. Er zit geen vet meer op de botten.”

Uit een enquête van de vereniging van Familierecht Advocaten en Scheidingmediators (vFAS) blijkt dat veel leden het voorbeeld van Oehlen willen volgen als de extra bezuinigingen doorgaan. “Het is voor cliënten nu soms al hun zoektocht voordat ze bij een advocaat terecht kunnen”, zegt vFAS- bestuurslid Dianne Kroezen (Van der Woude De Graaf). “In het personen- en familierecht zijn de eigen bijdrage het hoogst. De laagste eigen bijdrage is 340 euro. Probeer dat bedrag eerst maar eens te incasseren.”

Er waren vorig jaar al 6000 minder toevoegingen voor zaken rond echtscheiding, maar er wordt nog meer bezuinigd. “Het opstellen van een wettelijk verplicht ouderschapsplan bij echtscheiding wordt totaal niet vergoed. Van alle getroffen rechtsgebieden is het personen- en familierecht telkens weer de klos, terwijl bepaalde rechtsgebieden uit de wind worden gehouden”, zegt Kroezen, doelend op het strafrecht.

Weinig jonge aanwas

“Er zijn nog geen kantoren van leden van de NVSA omgevallen. De toevoegingsvergoedingen zijn nu net te doen. Maar niet zelden dreigen zij onder kostprijs uit te komen, zeker in grote complexe strafzaken”, zegt voorzitter Bart Nooitgedagt  van de Nederlandse Vereniging van Strafrecht Advocaten. Een aanzienlijk aantal werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de verdediging – zoals zelfstandig feitenonderzoek doen – worden nu al niet vergoed. En de tijd voor literatuuronderzoek wordt alleen vergoed voor zover die is besteed aan “bijzondere rechtsvragen”. In complexe zaken doet een advocaat dus soms onbezoldigd werk.

Volgens Nooitgedagt is de Raad voor Rechtsbijstand de laatste tijd al minder scheutig bij het toekennen van extra vergoedingen voor de grote middenmoot van extra bewerkelijke zaken. Hoewel de Raad voor Rechtsbijstand zegt “dat beeld niet te herkennen” blijkt uit cijfers van deze Raad dat in 2013 12% van de aanvragen voor een extra vergoeding werd afgewezen, terwijl dat in de twee voorgaande jaren 10% was. Edwin Borghs: “In absolute zin hebben we wel meer zaken toegewezen dan in de voorafgaande jaren.”

De strafrechtadvocaten merken op dat justitie al veel geld bespaart als straks acht van de tien politierechterzaken via “ZSM” worden afgedaan op het politiebureau. Overigens zijn weer extra toevoegingen nodig voor de advocaat bij het politieverhoor.

Nooitgedagt: “Er zijn binnen het ministerie allerlei gedachten over de financiering. In het Engelse systeem kun je als kantoor bulkzaken inkopen tegen een bepaalde prijs en dan medewerkers diensten laten draaien. Zulke oplossingen kunnen ten koste gaan van een adequate en effectieve rechtsbijstand.”

Nooitgedagt  vindt het jammer dat strafrechtkantoren door de bezuinigingen steeds minder stagiairs  aannemen, waardoor de aanwas van jonge strafrechtadvocaten terugloopt.

Voorzitter Bas Martens van het dekenberaad van de Nederlandse Orde van Advocaten herkent dit . “De plaatselijke dekens zien de trend dat sociale kantoren maar weinig stagiaires laten beëdigen. Maar er zijn nog geen kantoren die omvallen als gevolg van de bezuinigingen. Wel zijn er signalen dat kantoren moeite hebben om de kosten van de beroepsopleiding te betalen.”

Pistool

“Asielrechtadvocaten worden extra getroffen, omdat alleen voor hen de nieuwe maatregel van no cure less fee geldt”, zegt Jakob Wedemeijer (Advocatenkantoor Oudegracht). Die maatregel komt erop neer dat je als advocaat bij een herhaalde asielaanvraag een lagere vergoeding krijgt – van 210 euro – als de procedure niet succesvol is. Wedemeijer vindt dat “een groot probleem”, omdat ook herhaalde aanvragen veel tijd kosten. De maatregel moet het stapelen van procedures voorkomen. Maar soms is een herhaald asielverzoek onvermijdelijk, omdat bepaalde informatie pas later beschikbaar komt of dat de situatie in het land van herkomst is veranderd.

Frans Willem Verbaas (Collet International), die net als Wedemeijer bestuurslid is van de Vereniging van Asielrechtadvocaten en –Juristen (VAJN): “Al het vet is al van de botten gesneden. In vreemdelingenzaken doe ik al geen gratis spreekuur meer. Voor het eerste gesprek moet ik 60 euro rekenen. Ik moet nu eerst geld zien en vind dat heel naar.”

Wedemeijer: “Asielzoekers laten betalen is eigenlijk not done.”

Verbaas: “Het voelt alsof iemand een pistool op je richt en zegt: “Met dit bedrag moet je het maar doen, anders stop je er maar minder tijd in”. In complexe zaken wordt het uurtarief soms minder dan 20 euro, dus lager dan dat van een loodgieter. Maar die hoeft geen secretaresse te betalen of een kantoor in de lucht houden.”

Eb en vloed

Als de toevoegingszaken niet meer renderen, moet het roer om. Floor Oehlen: “Wij gaan ons nu richten op andere gebieden en ons positioneren op de betalende markt. Daarvoor hebben wij nieuwe medewerkers aangetrokken.”

“Je ziet twee stromen”, zegt voorzitter Hein Vogel van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland. Sommige advocaten zeggen in crisistijd geen nee meer tegen een toevoegingszaak. Anderen zoeken juist betalende cliënten.”

Op dit moment zijn er nog voldoende andere advocaten die dat soort zaken doen. En voor zo ver al een gat valt, springen niet-advocaten daar nauwelijks in.  Rechtsbijstandverzekeraars doen geen straf-, asiel-, vreemdelingenzaken. Asielzoekers, vreemdelingen en de laagste inkomens hebben zelden een rechtsbijstandsverzekering. Bij DAS kun je voor een extra premie de mediation in het kader van een echtscheiding of beëindiging van een geregistreerd partnerschap meeverzekeren. De dekking is 2500 euro, waarvoor je ook een externe NMI-mediator kunt kiezen. Er werden vorig jaar ongeveer honderd zaken gemeld en het aantal stijgt volgens DAS jaarlijks met 10%. Wanneer je hiervoor niet verzekerd bent, kun je bij de Prepaid Service van DAS voor 2500 euro een echtscheidingsmediation krijgen. Hoe veel mensen daarvoor kiezen kan DAS niet zeggen. “Deze service bestaat nog maar kort.”

Floor Oehlen ziet scheidingsmakelaars die voorwerk doen tegen lagere tarieven, maar heeft er geen goede ervaringen mee. “Als er kinderen bij betrokken zijn, vergeten zij bijvoorbeeld zorgvuldig naar het ouderschapsplan te kijken. In een later stadium gaan die mensen dan alsnog naar een advocaat.”

In het asielrecht bestaan een paar juridische bureautjes van niet-advocaten, die tegen betaling cliënten bijstaan. Volgens Wedemeijer zijn dat geen echte concurrenten. De advocatuur lijkt dus weinig terrein te verliezen aan niet-advocaten.

Gemengde praktijk

Vanuit bedrijfseconomisch perspectief zouden rechtsbijstandsadvocaten er meer een gemengde praktijk op na moeten houden. Strafrechtadvocaten kunnen zich bijvoorbeeld richten op betalende cliënten in het financieel strafrecht. Maar in het sociale zekerheidsrecht, vreemdelingen- en asielrecht zijn betalende cliënten nauwelijks te vinden. “Als die advocaten zich richten op andere rechtsgebieden gaat dat ten koste van hun specialisme, terwijl specialiseren juist moet om voor toevoegingen in aanmerking te komen”, zegt hoogleraar rechtssociologie Ashley Terlouw.

Uit een onderzoek van Terlouw en anderen blijkt dat slechts een klein deel van de vreemdelingenadvocaten onder de maat presteert en dat het bijna niet vol te houden is om een puur vreemdelingrechtelijke praktijk overeind te houden. Terlouw: “Daardoor is het risico groot dat vreemdelingenadvocaten ermee stoppen, hun praktijk verbreden of minder aandacht aan de zaken gaan besteden. Een bredere praktijk is slecht omdat uit het onderzoek is gebleken dat specialisatie juist belangrijk is voor de kwaliteit, maar niet als voorwaarde voor toevoegingen.”

ZZP´er

Ook als rechtsbijstandsadvocaten uit kostenbesparing thuis gaan werken, kan dat ten koste gaan van de kwaliteit.  Volgens Bas Martens hebben de dekens het gevoel dat er meer ondernemer-stagiaires komen die voor eigen rekening en risico werken.

Jakob Wedemeijer ziet door teruglopende omzetten “een zekere verschuiving naar zzp’er”. Hein Vogel hoort vaker verhalen over advocaten die vanuit huis gaan werken als het kantoor knijp komt te zitten. “Dat scheelt huur en personeelskosten. Maar je mist dan ook een bibliotheek die je kunt delen.”

Ook Dianne Kroezen ziet die beweging: “Ik ken geen voorbeelden van personen- en familierechtkantoren die failliet zijn gegaan. Maar er zijn wel advocaten die de huur opzeggen en als zzp’er vanuit huis gaan werken.”

De vorige algemeen deken van de Orde van Advocaten maakte zich zorgen over de toename van het aantal eenpitters, onder meer omdat je “achterblijvende kwaliteit” dan te laat ontdekt. Jakob Wedemeijer erkent dat de kans op fouten in het algemeen toeneemt wanneer je alleen werkt. Maar de Raad voor Rechtsbijstand stelt hoge eisen aan de advocaten die op toevoegingsbasis willen werken. Om de kwaliteit te bewaken hebben asielrechtadvocaten bijvoorbeeld een commissie gevormd die permanent intercollegiaal toezicht uitoefent en kantoren bezoekt. Wedemeijer: “De commissie wordt georganiseerd door de Raad voor Rechtsbijstand, maar functioneert daar onafhankelijk van.”

Ronselpraktijken

Nu de omzetten teruglopen, wordt de concurrentie voelbaarder. Soms leidt dat tot merkwaardige praktijken. Bij de schuldsanering deed zich een vorm van ambulance chasing voor. Bas Martens: “Enkele advocaten keken in de Staatscourant wanneer iemand werd opgeroepen voor een schone-lei-zitting. Vervolgens schreven ze die persoon aan. Dat leidde tot grote verwarring en klachten van de hulpzoekenden, rechterlijke macht en bewindvoerders.”

Mede om ronselpraktijken tegen te gaan, heeft het dekenberaad onlangs een handleiding uitgebracht om duidelijk te maken hoe advocaten moeten handelen als zij een strafzaak overnemen.

Martens: “In het verleden werd wel eens geld geboden aan een gedetineerde om van advocaat te wisselen. Zo horen advocaten niet met elkaar en elkaars cliënten om te gaan – dat is niet meer des advocaats. Wij gaan dan eerst met zo’n advocaat in gesprek, maar hebben genoeg tools om zo nodig door te pakken.”

Als de concurrentie verder verhardt, kan de tuchtrechter het de komende jaren nog druk krijgen.

(Dit artikel verscheen in Mr. 2014/10)

MEER TOEVOEGINGEN…

Er is in 2013 27,2 miljoen euro minder uitgegeven aan gefinancierde rechtsbijstand (402, 2 miljoen euro in plaats van 429,4 miljoen). Maar het aantal toevoegingen dat de Raad voor Rechtsbijstand afgeeft blijft stijgen. In 2013 heeft de Raad 453 duizend toevoegingen afgegeven, 3500 meer dan in 2012. Het merendeel (432.500) betreft reguliere toevoegingen . Daarvan gaat het meer dan de helft naar straf- en personen/familierechtzaken.

Soort zaken                 Percentage van het totaal       Aantal specialisten*

Strafrecht                               28                                           3395

Pers./fam.recht                     25                                           3434**

Vreemdelingenrecht              5                                             756

Asielrecht                                 5                                             379

Bron: Monitor Gesubsideerde Rechtsbijstand 2013

*) Om voor een toevoeging in aanmerking te komen moet je je als advocaat inschrijven als specialist en voldoen aan verschillende voorwaarden.

**) Voor dit rechtsgebied hoefden advocaten in 2013 nog niet te voldoen aan inschrijvingsvoorwaarden.

…MAAR WAAROM EIGENLIJK?

Waardoor blijft het aantal toevoegingen stijgen? Omdat er meer procedures zijn. In Legal Aid in the Low Countries (Intersentia) beschrijft hoogleraar rechtssociologie Ashley Terlouw daarvan de belangrijkste oorzaken:

  • complexe regelgeving
  • harde beslissingen (zo worden alleen al over vreemdelingenbewaring jaarlijks 12 duizend procedures gevoerd)
  • de economische crisis
  • juridisering
  • advocaat bij het politieverhoor

OVERSCHOT AANBIEDERS

Hoewel de hoogte van de vergoedingen omlaag ging en er ook anderszins werd bezuinigd op toevoegingen is het aantal aanbieders vorig jaar gegroeid. Het aantal verleners van gefinancierde rechtsbijstand steeg in 2013 tot ruim 8000. Daarvan waren er 7591 advocaat.  Het afgelopen jaar hielden 590 aanbieders ermee op, maar kwamen er 722 advocaten bij. Per saldo een stijging van 2%, iets minder dan de jaren daarvoor.

Het percentage vrouwelijke rechtsbijstandsadvocaten steeg van 44 tot 46, waarmee advocates vergeleken met de normale advocatuur iets zijn oververtegenwoordigd in de toevoegingspraktijk.

Het merendeel van de rechtsbijstandsadvocaten is tussen de dertig en veertig jaar oud, maar het aantal senioren van boven de zestig groeide opnieuw. Daarom kun je volgens de Raad voor Rechtsbijstand spreken van een zekere vergrijzing.

Eén op de vijfentwintig rechtsbijstandsadvocaten doet meer dan 200 zaken per jaar. Er zijn dus minstens 300 advocaten die zich volledig op de gefinancierde rechtsbijstand te richten.

Volgens de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2013 is er een grote vaste kern van advocaten die kennelijk kiest voor een vaste bron van inkomsten, waarbij het incassorisico is beperkt tot de hoogte van de eigen bijdrage – “niet onbelangrijk in crisistijd”. Volgens de monitor valt niet uit te sluiten dat er geleidelijk een overschot van aanbieders ontstaat.