Spastisch koken

Het voordeel van verstandelijk gehandicapten laten wonen tussen ‘gewone’ mensen is dat je de leeggekomen gebouwen en paviljoens kunt verpatsen aan projectontwikkelaars. Daarvoor moet je de gehandicapten wel eerst uitroken door de zorg uit te kleden. Inmiddels is dit mislukt beleid vervangen door ander onzalige beleid, laat rechtssocioloog Marijke Malsch zien in Hoe gehandicapten hun thuis verloren – de gevolgen van een falend beleid.

‘Geestelijk gestoorden’ zijn de luidsprekers waaruit de kwalen van onze tijd misschien het duidelijkst weerklinken. Daarom is de samenleving er niet mee gebaat als we deze mensen ergens in een inrichting opbergen.  

Dit staat op de achterflap van ‘Wie is van hout… een gang door de psychiatrie (13e druk 1972) Ik heb dit boek nog altijd in de boekenkast staan. Deze toenmalige bestseller was namelijk een Nederlands monument van de anti-psychiatrische beweging. In de anti-psychiatrie werden geestelijke stoornissen gezien als symptoom van een maatschappij die niet deugde. Zo zagen mijn docenten strafrecht en criminologie misdaad destijds ook en keerden zich tegen domweg opsluiten.

Nu wil ik misdadigers en geestelijk gestoorden niet vergelijken met verstandelijk gehandicapten. Maar het idee om ze niet langer op te bergen in een inrichting drong ook door tot de besturen van hun zorginstellingen. Die noemden dit beleid ‘community care’. De verstandelijk gehandicapte bewoners moesten wonen in wijken en integreren met mensen als u en ik. Daar kwam natuurlijk niets van terecht, omdat verstandelijk gehandicapten hiervoor niet zijn toegerust en te veel aan hun lot werden overgelaten. Met vereenzaming tot gevolg.

Community care

Marijke Malsch heeft een broer die in een instelling in het Gooi woont. De instelling heette aanvankelijk Eemeroord, maar is opgegaan in Sherpa – een zorgconcern met 95 locaties. Malsch is hoogleraar empirical legal studies aan de Open Universiteit en onderzoeker bij het NSCR. Die achtergrond draagt bij aan de degelijkheid van het boek, dat goed is gedocumenteerd. De schrijfstijl is echter eerder journalistiek dan wetenschappelijk.

Malsch beschrijft hoe zij met twee familieleden van andere bewoners een vinger probeert te krijgen achter het beleid van de zorginstelling. Ze heeft haar relaas geserreerd opgeschreven, maar tussen de regels meen ik zo nu en dan woede te bespeuren. Ik werd in ieder geval zelf een paar keer flink nijdig toen ik het las.

Keuzevrijheid

Het boek opent met een bijeenkomst in november 2003. Daar leggen twee nieuwe bestuursleden van Sherpa, Peters en Hermans, het beleid uit met een power point presentatie. Zij hebben een microfoon; voor de familieleden en bewoners in de zaal ontbreekt die. Een veelzeggend detail.

Het nieuwe beleid houdt in dat veel bewoners zullen verhuizen en niet meer op het terrein zullen wonen. Daarom worden de voorzieningen ‘teruggebracht’ en krijgen de gehandicapten en hun familie meer eigen verantwoordelijkheid. De keuken is al opgedoekt en de bewoners krijgen alleen nog magnetronmaaltijden. Wie wat anders wil, moet dat zelf regelen. Peters en Hermans verkopen dit als meer keuzevrijheid. Een bewoner met spastische armen vraagt hun of zij hem kunnen voorstellen achter een fornuis?

De rest van het boek is niet minder wrang. Er wordt bezuinigd op personeelskosten en medische voorzieningen. De bewoners verliezen hun vaste aanspreekpunten en er is te weinig aandacht voor hun welzijn en gezondheid. Voor één persoon is dit fataal. Het bestuur stelt zich steeds vijandiger op tegenover familieleden van bewoners. Malsch c.s. moeten informatie krijgen van een ‘deep throat’ en stuiten op een kwalijke belangenverstrengeling van een IGZ-inspecteur met het management.

Projectontwikkeling

Wat het sollen met de bewoners nog extra onverteerbaar maakt, is dat de gemeente Baarn het terrein, de gebouwen en de paviljoens in handen geeft van een projectontwikkelaar. Iets dat elders in Nederland ook gebeurt. Uiteindelijk zet deze trend niet door en is nu een omgekeerde beweging ingezet: er komen openbare voorzieningen op het terrein en de gewone mens komt naar de instellingen toe.

Voor Malsch en haar broer is dit geen happy end. Het terrein trekt nu namelijk jongeren aan die voor overlast zorgen. Bovendien stoort het Malsch nog steeds dat niemand toegeeft dat het beleid van ‘community care’ is mislukt. Peters en Hermans al helemaal niet. Je zou die twee bijna willen opbergen.

Het boek is hier te bestellen.