Weinig ruimte voor fiscale reflectie

De agressieve tax planning neemt gelukkig af. Maar het is nog lang niet zo dat iedereen een fair share bijdraagt aan de schatkist. Omdat de belastingwetgeving zo ingewikkeld is, krijgen belastingadviseurs tijdens hun studie weinig ethiek met de paplepel ingegoten. Emeritus-hoogleraar belastingrecht Richard Happé is bezorgd dat het fiscale onderwijs vooral aandacht heeft voor de techniek en er geen ruimte is voor reflectie.

 

U bent in Nederland de mond van de fair share. Hoe ben je dat geworden?

‘Ik heb filosofie gestudeerd en als een filosoof over een “rechtvaardige samenleving” spreekt is fair share één van de kernbegrippen. Natuurlijk is het primair de taak van de fiscale wetgever om fair share in wetgeving te vertalen. Voor de belastingplichtige komt die notie pas in het vizier als hij een loopje neemt met de geest van de wetgeving. Neem nou die idiote constructie met erfpachtcanons van een paar jaar geleden. De rechter was er snel mee klaar. Niet alleen maatschappelijk maar ook juridisch kon dit niet door de beugel.’

Toch wordt lang niet alle wetgeving als rechtvaardig ervaren…

‘Dat is een belangrijk punt. Een voorbeeld hiervan is de vermogensrendementsheffing van box 3. Indertijd waren Zalm en Vermeend laaiend enthousiast over hun vondst om van een fictief rendement op vermogen uit te gaan. Een grote groep belastinghoogleraren heeft destijds in een open brief in de media gewaarschuwd. Ook de gewone burger met een gewone spaarrekening werd geacht vier procent te kunnen maken. Dat pakte toen al in zeer veel gevallen onrechtvaardig uit en dat is met de steeds lager wordende rentestand alleen maar toegenomen. Dat is fair share opofferen aan doorgeschoten robuustheid.

Een ander voorbeeld is de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet. Een regeling om liquiditeitsproblemen te verhelpen, is verworden tot een fiscaal privilege. In de literatuur is wel gesproken van Berlusconiaanse wetgeving. Door zulke fiscale bepalingen zou de stofkam gehaald moeten worden. Het is uit een oogpunt van fair share ongelooflijk belangrijk dat burgers de fiscale wetgeving als rechtvaardig kunnen ervaren. Natuurlijk is ook uitvoerbaarheid van de wetgeving belangrijk.’

De wetgeving zou toch ook eenvoudiger mogen?

‘Volkomen mee eens. De wetgever zit geregeld in een spagaat. Bij elke vereenvoudiging is het eind van het liedje dat het ingewikkelder geworden is. Ik maak me wel eens zorgen over wat voor fiscalisten je hiermee creëert. Het belastingrecht wordt zo ingewikkeld dat je in het onderwijs alleen maar techniek doceert en er geen ruimte meer is voor reflectie, voor nadenken over wat de grondslagen zijn.’

 Wordt de universiteit zo in feite een hbo-opleiding?

‘We gaan er wel meer op lijken en concurreren er ook mee.’

Is ethiek in het belastingrecht belangrijker geworden sinds Het Register u vijf jaar geleden voor het eerst sprak?

 ‘Door de economische en financiële crisis is je fair share betalen heel belangrijk geworden. Agressieve taxplanning heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van de fiscale crisis. De G20 kwam erachter dat de overheden elkaar tekort deden door fiscaal heel vriendelijk te zijn voor bedrijven. Het SEO becijferde dat het fiscaal gunstige klimaat voor bedrijven ons ongeveer drie miljard euro oplevert. Maar volgens een grove berekening van de OESO ontvangt Nederland bij invoering van de BEPS-maatregelen het dubbele.’

Niet verboden maar

Simon Strik zei in Het Register: als iets niet verboden is, is het toegestaan …

‘Ik heb een kleindochter. Stel: zij is vijftien, komt hier logeren en vraagt ’s avonds: “Mag ik uit met een vriendje?” Ik zeg: “Ja, maar je moet wel voor twaalf uur thuis zijn.” Ze gaan uit en zij komt de volgende dag voor twaalf uur thuis. In deze context weet iedereen dat ik twaalf uur ’s avonds bedoelde. Toch was het naar de letter niet verboden wat ze deed.’

En als zij nu om vijf over twaalf thuis was gekomen, had je dan – net als de rechter of de Belastingdienst – gezegd: je bent een dag te laat?

‘Dat hangt er maar net vanaf wat er aan de hand is. Toen ik net belastinginspecteur was, behandelde ik de aangifte van een vrouw die in scheiding lag. Zij had drie kinderen. Met het oog op hun latere studie was voor alle drie een kapitaalpolis met lijfrenteclausule afgesloten. Bij twee van de drie kinderen zat die clausule erop, bij de jongste bleek die vergeten. Moet je dan zeggen: “Jammer, mevrouw”? Ik zei: “Als u ervoor zorgt dat de verzekeringsmaatschappij deze clausule er alsnog op zet, is het in orde.” Je weet dat het een vergissing is. Dan moet je met praktische wijsheid reageren op de situatie.’

Bestaat daar dan ruimte voor?

‘Ja, mits je maar binnen de bedoeling van de wet blijft en niet een fiscaal cadeautje weggeeft. Belangrijk is ook dat je zo’n kwestie intern afstemt. Verder is het natuurlijk belangrijk hoe betrouwbaar iemand is. Kijk naar Sjarapova. Zij was jarenlang de sterkste tennisster ter wereld en toen bleek dat zij meldonium heeft gebruikt. Dat middel is sinds 1 januari 2016 verboden. Je zou kunnen zeggen: vóór die datum was het handig, daarna stom. Maar is zij echt slachtoffer van haar onwetendheid en zou je daarom clement moeten zijn? Of heeft zij jarenlang de mazen in het net opgezocht en vals gespeeld en is zij daar na 1 januari mee doorgegaan?’

Betrouwbaarheid is dus belangrijk?

‘Samenleven of samenwerken kan niet zonder vertrouwen. Een bedrijf dat de klant bedondert, houdt het niet lang vol. Banken als Goldman Sachs die hun klanten bedrogen, hebben mede de financiële crisis veroorzaakt. Die crisis is, net als de fiscale crisis, vooral een vertrouwenscrisis. De rekening komt bij de gewone belastingbetalers terecht. Een goed teken is dat de banken in Nederland de klanten weer meer centraal willen stellen. Hoewel één zwaluw nog geen zomer maakt, kan het toch een voorbode zijn van een andere koers. Ik bespeur ook dat een groot aantal multinationals minder bezig is met agressieve tax planning en zich terughoudender opstelt.’

Is dat wel ingegeven door ethische motieven?                                                   

‘In de kern is ethiek rekening houden met je eigenbelang én met de belangen van een ander. De topman van Unilever ziet af van een mooie salarisverhoging en wil in 2020 een volstrekt groen bedrijf hebben. Lees het interview over zijn visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen in The Washington Post. Verschillende Nederlandse bedrijven introduceren Tax Principles. Een bijzonder geval was Starbucks dat na negatieve publiciteit en een forse omzetdaling “vrijwillig” twintig miljoen pond belasting afdroeg.’

Spelen ondernemers niet mooi weer en gaan ze ondertussen toch voor de laagste kosten?

‘Natuurlijk is winst maken belangrijk, maar je moet ook rekening houden met anderen. Het gaat praktisch altijd om een mix van motieven. In de filosofie noemen wij dat het welbegrepen eigenbelang. Je beseft dat je niet alleen bent op de wereld. Dat zie je nu ook op fiscaal gebied gebeuren. Ik denk dat het vak veel interessanter wordt als je met dit besef wordt opgeleid. Het is toch veel leuker om na te denken hoe je je klanten het best kunt helpen in plaats van alleen maar te sleutelen aan de techniek?’

Tipgeld

Hoe ethisch is het als de overheid tipgeld betaalt?

‘Voor mij is dat allereerst een kwestie van integriteit van de overheid. Toen in 2009 bekend werd dat Financiën een tipgever zou laten meedelen in de opbrengsten, heb ik in een WFR-column gewaarschuwd: “Daar moet je niet aan beginnen, staatssecretaris!” Dat je een echte klokkenluider een vergoeding voor verstrekte informatie geeft, daar kan ik inkomen. Maar als het om informatie gaat die premiejagers hebben gestolen, is het een andere zaak. De premiejager wordt gelokt door het vooruitzicht van tipgeld. Dat moet je niet belonen.

In de Verenigde Staten bestaat een wettelijke regeling dat je maximaal dertig procent krijgt van de opbrengst als je een tip geeft. Zo ontving ex-UBS bankier Bradley Birkenfield, die vanwege fraude een gevangenisstraf van twee en een half jaar had uitgezeten, 104 miljoen dollar voor informatie die hij aan de IRS gaf over Zwitserse bankrekeningen van Amerikaanse staatsburgers.

In Nederland hebben we nog geen Amerikaanse toestanden, maar ook hier staat het betalen van tipgeld volop in de belangstelling. Eind december oordeelde de Hoge Raad dat de identiteit van de tipgever uit 2009 niet prijsgegeven hoefde te worden. We schuiven dus op in de richting van wat in het strafrecht al veel langer gebruikelijk is.

Zulke kwesties maken nogmaals duidelijk hoe belangrijk het formele belastingrecht is en dus ook het nadenken over rechtsbescherming van belastingplichtigen. In dit opzicht zie ik mezelf niet alleen als de man van de fair share gedachte, maar evenzeer van de rechtsbescherming.’

Dit is een verkorte versie van het interview dat Sylvester Schenk en ik maakten voor Het Register (2006 nr. 2) vlak voordat het nieuws over de Panama Papers naar buiten kwam.