Carrouselfraudeurs azen op bonafide bedrijf

Bedrijven kunnen ongewild betrokken raken bij carrouselfraude. De schade voor het bedrijf kan daarbij behoorlijk oplopen. Ook voor de accountant van het bedrijf als die beter had moeten weten. Wat kan wijzen op carrouselfraude? Er zijn geen voorraden. Goederen zijn op papier eerder verkocht dan ingekocht. De ondernemer gaat ineens branchevreemd.

‘In het kader van het Europese btw-systeem hoef je geen btw te betalen als je naar een andere EU-land exporteert. De buitenlandse afnemer wordt dus geen btw in rekening gebracht. (…) De goederen gaan niet de grens over, maar linea recta naar een (…) vennootschap die (…) is opgericht door het fraudesyndicaat. Deze vennootschap verkoopt de goederen in Nederland en berekent daar zoals het hoort (…) btw over. Kassa dus! (…) De consequenties voor de bonafide onderneming/leverancier kunnen zijn dat als de fiscus er achter komt dat de goederen in Nederland zijn afgezet, hij de btw moet gaan betalen. Hij kan (bij af-fabriekleveringen, red.) immers niet aantonen dat de goederen daadwerkelijk over de grens zijn gegaan. Vaak verkopen wij de goederen overigens iets onder de als normaal geldende prijzen om daarmee een hogere omzetsnelheid te creëren.’

Dat schrijft voormalig fraudeur Aad de Bruijn in 1996 in Firma Fraude,’ een handleiding om door te dringen in de mistige wereld van ondernemende misdadigers en misdadige ondernemers’. De bekeerde fraudeur gaf het boek uit via zijn Stichting Preventie Economische Criminaliteit, waarvan de laatste jaren weinig meer is genomen. Dat kun je helaas niet zeggen van btw-en carrouselfraude.

Ploffers

Een groot deel van de 193 miljard euro die de fiscus in de Europese Unie misloopt is het gevolg van fraude. De ‘tax gap’ is sinds 2003 bijna verdubbeld. Om carrousel- en btw-fraude te bestrijden, wisselen de belastingdiensten in Europa gegevens uit via Eurofisc. Om de fraude te voorkomen zou het btw-systeem moeten worden hervormd. Maar als men het daar op Europees niveau al over eens wordt, duurt dat nog lang. Ondertussen proberen de Belastingdienst en de FIOD carrouselfraude daarom alvast op nationaal niveau aan te pakken. Btw-nummers waarmee enige tijd nihilaangiften worden ingediend, worden na een kort onderzoek geschrapt en risicovolle btw-nummers worden ‘gemonitord’.

Verder geldt sinds enige tijd een verleggingsregeling voor mobiele telefoons, chips, spelcomputers, tablets en laptops. Deze regeling neemt de carrouselfraudeurs de wind uit de zeilen. De essentie van de carrouselfraude is immers dat de eerste binnenlandse schakel in de carrousel zich door een buitenlandse bedrijf goederen laat leveren tegen het nultarief. De tweede schakel levert deze goederen – vaak alleen op papier – door aan de derde schakel tegen het normale btw-tarief. Via andere afnemers en leveranciers komen de goederen op papier uiteindelijk weer via het buitenland bij de eerste binnenlandse schakel terecht. Tegen de tijd dat de Belastingdienst door heeft dat dit bedrijf de berekende btw niet heeft afgedragen, is het ‘geploft’.

De verleggingsregeling verplicht de ‘ploffer’ de btw te verleggen naar de derde schakel in de keten. Als een ‘ploffer’ voor meer dan 10 duizend euro aan mobiele telefoons, chips, spelcomputers, tablets of laptops uit het buitenland doorlevert, kan hij geen btw in rekening brengen.

Het is volgens Carla van Rijn een probaat middel tegen carrouselfraude. Maar omdat het een forse inbreuk vormt op het btw-systeem moet Nederland steeds toestemming aan de Europese Commissie vragen om goederen onder deze regeling te laten vallen.

Want carrouselfraude kan met alles, dus verzinnen btw-fraudeurs steeds nieuwe goederen om door de keten te pompen: van edelmetalen tot CO2-emissierechten en van parfums tot dure auto’s. Zodra de fiscus zicht krijgt op nieuwe vormen wil zij de desbetreffende goederen onder de verleggingsregeling laten vallen. De procedures om toestemming van de Europese Commissie te krijgen, zijn sinds kort versneld.

Signalen

Via grootschalige data-analyse en gegevensuitwisseling met het buitenland proberen de FIOD en de Belastingdienst zo vroeg mogelijk zicht te krijgen op lopende carrousels en nieuwe vormen van carrouselfraude. Niet alleen omdat op die manier de schade voor de schatkist lager uitvalt. Maar ook omdat bonafide bedrijven ongewild een schakel kunnen worden in de malafide carrousel. Die bedrijven lopen het risico van een flinke naheffing als de fiscus stelt dat de ondernemer wist of had moeten weten dat hij onderdeel uitmaakt van de btw-fraude.

Menno Griffioen: ‘Vaak hebben bedrijven die ergens in de keten zitten een boekhouder of accountant. De accountant moet zijn klanten screenen en goed letten op signalen van fraude.

In Nederland zien we carrouselfraude vooral bij de handel in luxe goederen, zoals dure auto’s. Wat verder opvalt is dat er heel snel wordt gehandeld. Er zijn ook geen voorraden en er worden nauwelijks kosten gemaakt voor opslag. De omzetten zijn soms enorm, maar de bedrijven hebben hooguit een kantoortje in een bedrijfsverzamelgebouw. Je ziet alleen een papierstroom. Daarbij zijn de goederen vaak nog eerder verkocht dan ingekocht. De winstmarges zijn vaak laag en de leveringen lopen over onnodig veel schakels. Normaal gesproken heb je maximaal drie á vier schakels, ook al omdat elke schakel zijn marge moet hebben.

Bij carrouselfraude wisselen de bedrijven continu van leveranciers en klanten, terwijl een gewone ondernemer doorgaans graag bestendige zakenrelaties wil. Ook zie je vaak dat een carrousel-ondernemer ineens branchevreemd gaat. Zoals een beddenhandelaar die in CO2-rechten gaat handelen of een autodealer die ineens een flinke omzet maakt met een ander merk. Let op waar de betalingen heengaan. Als een Duits bedrijf aan een Nederlandse onderneming levert, ligt het niet voor de hand dat er moet worden betaald op een bankrekening in Hongkong. Eén zo’n signaal zegt niet dat er sprake is van carrouselfraude. Het gaat in de praktijk altijd om een combinatie. Maar zo’n signaal kan wel een trigger zijn.’

Miljoenenclaim

Een typisch voorbeeld van carrouselfraude is dat van een SEAT-dealer in de regio Rijnmond. De dealer kreeg op papier Mercedessen en andere merken geleverd door een Duits bedrijf. De auto’s gingen naar een ander bedrijf in Nederland, maar de dealer kreeg de facturen. Volgens de facturen waren de auto’s al verkocht, voordat zij werden ingekocht.

Op basis van een rapport van de FIOD legde de belastinginspecteur een naheffingsaanslag op van 2,5 miljoen euro. De dealer maakte bezwaar: hij was slechts financier en heeft de leveringen feitelijk nooit ontvangen. De inspecteur verlaagde de aanslag tot 2,4 miljoen euro. De dealer ging in beroep, maar de Rechtbank Den Haag gaf de fiscus gelijk (ECLI:NL:RBDHA:2013:CA3989). Omdat de facturen werden gestuurd naar de dealer en de dealer daarin wordt genoemd als degene aan wie de auto’s zijn geleverd, mag de fiscus ervan uitgaan dat de auto’s inderdaad zijn geleverd aan de dealer. Tenzij deze het tegendeel bewijst. Dat tegenbewijs kon de dealer niet leveren. Dit vonnis is op 31 januari 2014 in hoger beroep bevestigd.

Een ouder voorbeeld maakt duidelijk hoe een accountant uiteindelijk een deel van de schade op zijn bord kan krijgen. Vorig jaar zei de Rechtbank Arnhem dat VWGNijhof 1,6 miljoen euro met wettelijke rente moet betalen aan de Nijmeegse onderneming ALAAF. De voorganger van deze onderneming had van 1996 tot 1999 ten onrechte het nultarief toegepast bij afhaaltransacties en kreeg een naheffing van 1,5 miljoen euro. Het ging weliswaar om ‘intracommunautaire leveringen’. Maar volgens Mededeling 38 van de minister van Financiën moet degene die de goederen in ontvangst neemt afhaalverklaringen ondertekenen wil hij voor dat nultarief in aanmerking komen. Bij een belastingcontrole bleek dat 20% van de verklaringen onvolledig of onjuist was ingevuld.

ALAAF diende een tuchtklacht in tegen de accountant. De Raad van Tucht legde in 2003 een schriftelijke waarschuwing op, omdat de accountant een goedkeurende verklaring had gegeven zonder deugdelijke grondslag. De omzetten uit intracommunautaire leveringen waren zo substantieel en de onvolkomenheden in de afhaalverklaringen zo evident dat deze fouten bij een zorgvuldige accountantscontrole naar boven hadden moeten komen. In beroep sloot het College van Beroep voor het bedrijfsleven zich hierbij aan (JT-2005-58).

De rechtbank Arnhem bouwde voort op deze uitspraken en stelde vast dat de accountant tekort is geschoten in zijn zorgplicht. (ECLI:NL:RBARN:2012:BX8849) VWGNijhof wil vanwege de geheimhoudingsplicht niets over de zaak zeggen.

Melden 

De bonafide cliënt en de accountant hebben er dus belang bij om de fraude bijtijds te stoppen en contact op te nemen met de Belastingdienst. Menno Griffioen: ‘Als je niets doet, wordt de fraude groter en groter. En uiteindelijk komen we er wel achter.’

Carla van Rijn: ‘Wij willen de ondernemers en hun adviseurs waarschuwen, zodat ze weten wat de risico’s zijn, daar alert op zijn en niet aan de btw-fraude gaan deelnemen. Wij hopen dat accountants goed opletten en het melden als zij nieuwe leveranciers zien. Dan kijken wij met ze mee. Ja, dat is een aanbod dat je niet kunt afslaan. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Als het bedrijf de fraude niet aanpakt en doorgaat dan pakken wij door. Ons primaire doel is de fraude te stoppen.’

Menno Griffioen: ‘Als een accountant denkt “ik heb hier geen goed gevoel bij” deel die twijfels dan met ons. Je hoeft niet meteen de naam van de klant te noemen. Wij bieden onze expertise aan. Accountants kunnen altijd bij ons terecht.’ (zie kader)

Accountants zijn verplicht fraude en ongebruikelijke transacties te melden. Momenteel loopt er een zaak bij de Accountantskamer tegen een accountant, die verzuimde de Belastingdienst op de hoogte te stellen van de btw-fraude van zijn cliënt, een veehouder uit Wijk bij Duurstede. Deze fraude kostte de schatkist 2,5 miljoen euro. De uitspraak van de Accountantskamer wordt in mei 2014 verwacht.

Carla van Rijn: ‘Accountants moeten het niet zo ver laten komen Zij moeten zeggen: wij kennen de risico’s nu, wij moeten onszelf, de klant en de maatschappij hiervoor behoeden.’

 

 

BTW FRAUDE IN CIJFERS

De ‘tax gap’ in de Europese Unie: 193 miljard euro per jaar. Een groot deel is het gevolg van fraude. In 2003 was ‘de kloof’ nog 100 miljard.

De aanpak in Nederland heeft de volgende resultaten:

Aantal afgevoerde btw-nummers in 2012:                                                   65.000

idem eerste half jaar 2013:                                                                           34.000

Aantal risicovolle btw-nummers dat permanent wordt ‘gemonitord’:         30.000

Totaal bedrag naheffingsaanslagen in 2012:                                                92 miljoen euro

Idem eerste half jaar van 2013:                                                                   23 miljoen euro

Totaal bedrag boetes in 2012                                                                       20 miljoen euro

Idem eerste half jaar 2013                                                                            3 miljoen

 

SIGNALEN

  • er wordt gehandeld in risicovolle goederen, zoals dure auto’s, edelmetalen, parfums, onderdelen van computerapparatuur
  • de transacties volgen elkaar in hoog tempo op
  • er zijn geen voorraden
  • de goederen liggen bij freight forwarders
  • leveranciers en afnemers veranderen snel
  • de leveranties verlopen via onnodig veel en onverklaarbare schakels in een keten, die allemaal winst moeten maken, maar toch scherpe prijzen hebben
  • het bedrijf maakt ineens een flinke omzet met branchevreemde goederen
  • er wordt betaald op rekening van een offshore-bank, payment platform of aan een derde partij

 

 VRAGEN EN MELDINGEN

In geval van vragen, twijfels of signalen kunnen accountants contact opnemen met de btw-fraude-eenheid van de FIOD: FIOD.Vat.Fraudunit@belastingdienst.nl.

 

(Dit artikel verscheen in maandblad Accountant)