Hennepteelt en burgermoed

Het zal hier hopelijk nooit zo ver komen dat drugsbaronnen drieënveertig critici van de corrupte burgemeester vermoorden. Maar in het zuiden des lands zijn al wel voorbodes te zien van Latijns/Zuidamerikaanse toestanden nu henneptelende burgers meer vertrouwen hebben in criminele ondernemers dan in de overheid.

Begin dit jaar schetste NRC Handelsblad al een dreigend beeld van de omvang van de hennepteelt in Tilburg. Daar wordt jaarlijks rond de 800 miljoen euro omgezet met de illegale teelt van hennep, een branche waarin 2200 mensen werkzaam zijn. De krant baseerde zich op het – nog altijd vertrouwelijke – rapport Integraal Appèl van de universiteit van Tilburg, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Zuid-West Nederland en Oost-Brabant en het Integraal Afpakteam Brabant.

Op de Dag van de Ondermijning, die het Tijdschrift voor de Politie op 7 november organiseerde, werd herhaaldelijk gerefereerd aan het rapport. Door het hoofd van voornoemd RIEC en de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops.

De RIEC-chef haalde in de workshop Hennepteelt iets hogere cijfers uit het rapport. Zo zou er 800 miljoen tot 1 miljard euro worden omgezet in de Tilburgse hennepindustrie, waarin 2500 mensen actief zijn. Eén van hen is ‘bouwondernemer’ H.D., wiens concern het RIEC-hoofd in kaart bracht, onder verwijzing naar dit bericht.

Zorg voor de buurt

Pieter Tops kwam met impressies uit De Parallelle Samenleving. Op een verjaardag hoorde hij enkele mensen openlijk de voor- en nadelen van een hennepkwekerij bepreken. ‘Er zaten eigenlijk niet zo veel nadelen aan, vonden ze. De pakkans werd niet als een groot nadeel gezien.’ De organisatie zorgt voor mensen met hennepplantage als zij tegen de lamp lopen. Maar zij moeten wel hun mond houden.

De hennepwereld is economisch verweven met de bovenwereld. ‘Hoeveel legale bedrijven zouden failliet gaan als we de hennepsector afbreken in Tilburg?’ vraagt Tops zich af. Tops kwam eens een centrale figuur uit dit milieu tegen, die vertelde dat hij een sportschooltje had geopend. Daar geeft een kickboks-kampioen boksles aan jongeren. ‘Iemand moet deze jongens discipline bijbrengen,’ zei de centrale figuur. Terloops voegde die eraan toe: ‘Ik zorg ervoor dat er in deze wijk niks gebeurt.’ De hennepman woont daar ook in de buurt. De bewoners hoeven dus niet bang te zijn voor bijvoorbeeld overvallen.

Tops: ‘Het gaat om trusted criminals, die meer legitimiteit hebben in de omgeving dan de officiële overheid heeft. Moeders zeggen: zij hebben mijn kind meer te bieden. Dat vind ik hartverscheurend.’

De criminelen corrumperen de overheid. De ondernemer dumpt zijn hennepafval bij de vuilstort, waar de ambtenaren tegen betaling een oogje dichtknijpen. Ook de gemeentelijke Basisregistratie Personen wordt belaagd. Criminelen proberen adressen van mensen op te kopen en zich te laten inschrijven.

Te laat voor legaliseren

De misdaadondernemingen zijn inmiddels zo groot en invloedrijk geworden dat legalisering inmiddels – in de woorden van Gerrit van der Burg van het College van Procureurs-generaal – ‘naïef en riskant’ zou zijn. We moeten het volgens de ‘topaanklager’ vooral hebben van volharding en daadkracht. Hoe dan? De politie en bijzondere opsporingsdiensten moeten samenwerken met daadkrachtige burgemeesters, gemeenteraden en andere overheden, die alle mogelijke middelen inzetten. Ook moeten zij praten en informatie delen met het bedrijfsleven, dat zich steeds meer bewust wordt van zijn verantwoordelijkheid. Zo wordt een beroep gedaan op de BOVAG om de autoverhuur aan criminelen te voorkomen en met hotels om prostitutie en mensenhandel tegen te gaan.

Ruud Bik, plaatsvervangend korpschef van de Nationale Politie, is niet erg optimistisch over de toekomst. Tenzij de politie aan slagkracht wint en naast de zaakgerichte ook een netwerkgerichte organisatie gestalte geeft, waarbij de leiding gaat kijken hoe het er bij de uitvoering aan toegaat en zich daardoor laat bijsturen. Bik: ‘Als dat lukt, ben ik optimistisch, maar het is erg ingewikkeld om dat voor elkaar te krijgen.’

In navolging van een politieman die de Duitse aanpak kent, is Pieter Tops optimistischer. ‘Als je ziet wat er inmiddels tot stand is gekomen, dan is dat behoorlijk.’ Tops prijst vooral de burgermoed van de Turkse journaliste Hulya Cigdem, die met haar boek De val van Mehmet de hennepteelt op de agenda zette van de Turkse gemeenschap in Tilburg. Cigdem had gemakkelijk haar verbouwing kunnen terugverdienen in de hennepteelt, maar liep er slechts drie maanden stage ten behoeve van het boek. ‘Ik wil het goede voorbeeld aan mijn kinderen.’

Tops: ‘Zij staat op en doet een appel op haar gemeenschap. Zonder burgermoed zal deze strijd niet gewonnen kunnen worden. Waar vinden wij Hulya’s in onze andere steden?’