Kon je vroeger nog een constructie voorleggen aan de fiscus en daarover zelfs afspraken maken. Tegenwoordig verlaat de Belastingdienst zich op wettelijke informatieverplichtingen en legt boetes op als die niet worden nageleefd. Daarbij zijn ook de ‘facilitators’ in beeld, zeggen Anke Feenstra en Angelique Perdaems van Hertoghs Advocaten.
Het Gerechtshof ’s Hertogenbosch zegt dat bestraffing voor het overtreden van de “btw-suppletieplicht” in strijd is met het beginsel dat je – simpel gezegd – geen belastend materiaal tegen jezelf hoeft te verstrekken. Wat voor gevolgen heeft dat?
Anke Feenstra: “In ieder geval dat het OM belastingplichtigen, belastingadviseurs en accountants niet kan vervolgen als zij zelf geen melding maken van een onjuiste of onvolledige ob-aangifte.”
Angelique Perdaems: “En dat de Belastingdienst dan geen boeten mag opleggen.”
Anke Feenstra: “De belastingplichtige is hier overigens wel veroordeeld voor het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting. Of de Hoge Raad de uitspraak op dit punt in stand zal laten, is nog maar de vraag. Er zijn naar mijn idee wel meer actieve informatieverplichtingen, die ertoe zouden kunnen leiden dat je verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit, zoals de Wwft-melding.”
In deze zaak vond de advocaat van de verdachte – en veroordeelde – transportonderneemster dat het OM zijn cliënt niet mocht vervolgen, omdat het de accountant als medepleger ongemoeid liet. Dat was volgens de advocaat een inbreuk op het gelijkheidsbeginsel…
Angelique Perdaems: “De accountant speelde volgens het hof weliswaar een belangrijke rol. Maar die rol was wel anders dan die van de verdachte en haar echtgenoot. De twee waren eigenaar van de onderneming en hadden voordeel bij de onjuiste aangiften; de accountant niet. Volgens het gerechtshof zijn de gevallen daarom niet gelijk.”
Is de fiscus tegenwoordig feller tegen ondernemers en hun dienstverleners?
Anke Feenstra: “Ja. Deze suppletie-informatieverplichting bestaat sinds 2012, maar de Belastingdienst pakt er nu harder mee door en spreekt ook adviseurs erop aan. De inspecteur legt belastingadviseurs de laatste tijd ook vaker medeplegersboetes op.”
Zijn er al accountants die een medeplegersboete hebben gekregen?
Anke Feenstra: “Volgens mij zijn het tot op heden allemaal fiscalisten geweest. En een notaris die volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden meehielp aan ontduiking van overdrachtsbelasting.”
Belastingadviseurs werken vaak op accountantskantoren.
Anke Feenstra: “Ja en fiscalisten zien die btw-suppleties meer als een plicht van de accountant, omdat die de jaarrekening samenstelt en daarbij een openstaande btw-post naar voren komt. Wij merken dat veel accountants- en advieskantoren denken dat de accountant dan degene moet zijn die aan de bel trekt binnen het kantoor, bij de FIU of met een suppletie bij de Belastingdienst.”
Over de FIU gesproken: de Wwft wordt per 1 augustus aangescherpt. Wat verandert er met name?
Anke Feenstra: “Dat de meldingsgrens voor contanten van 15 naar 10 mille gaat. Dat heeft administratief wel de nodige consequenties voor accountants, vermoed ik. Maar de afweging of je moet melden, verandert daar niet wezenlijk door.”
Angelique Perdaems: “Verder wordt het cliëntenonderzoek uitgebreid en strenger. Administratief vooral. Maar het is nog niet duidelijk wat de definitie van ultimate benificial owner wordt. De ubo-wetgeving komt nog.”
Anke Feenstra: “Nederland stelt die wetgeving telkens uit. Daardoor is het de vraag of bijvoorbeeld het Fonds voor Gemene Rekening onder de definitie gaat vallen.”
Er is onlangs een Europese Richtlijn aangenomen over het melden van offshore-structuren. Is het al duidelijk wat je wel en niet moet melden?
Anke Feenstra: “Nee. Het bijzondere is dat die richtlijn pas in 2020 geïmplementeerd moet zijn, maar op 25 juni al min of meer in werking is getreden. Je moet namelijk nu al alle structuren registreren om in 2020 te kunnen melden.”
En wie moet dan wat gaan registreren?
Angelique Perdaems: “De belastingadviseurs en misschien ook de accountants. Wat je moet registeren is nog niet duidelijk, maar in ieder geval is het een ruime registratieplicht, omdat structuren waarmee belasting wordt ontweken eronder vallen. Het is nog niet duidelijk hoe de Belastingdienst ermee omgaat en wat de exacte criteria zijn.”
Is er iets tegen melden als het om belastingbesparing gaat in plaats van ontduiking? Dat kan toch een hoop gedoe voorkomen?
Anke Feenstra: “Denkend vanuit de cliënt ben ik voor de bescherming van de privacy en de financiële situatie. Maar de adviseur en de accountant kunnen er inderdaad belang bij hebben om daarin zorgvuldig te werk te gaan en discussie over de interpretatie van bepalingen te voorkomen.”
Maar als cliënt moet je uiteindelijk toch ook geen gedonder willen?
Anke Feenstra: “De afgelopen jaren hebben adviseurs natuurlijk al constructies voorgelegd aan de Belastingdienst en ook rulings afgesloten. Het nieuwe is dat je nu moet melden als een constructie aan de kenmerken voldoet, terwijl het tot nu toe meer vrijwillig ging. Mensen die al twintig, dertig of veertig jaar in het vak zitten, zeggen dat je vroeger veel gemakkelijker naar de fiscus kon stappen om te vragen of iets akkoord was. Van accountants en belastingadviseurs hoor ik dat er tegenwoordig nauwelijks nog afspraken te maken zijn.”
Angelique Perdaems: “Terwijl het natuurlijk ook voor de belastingplichtige erg belangrijk kan zijn om daar van tevoren al duidelijkheid te hebben.”
Was dat niet juist het voordeel van horizontaal toezicht?
Beiden: “Ja, exact!” Anke Feenstra: “Maar daar hoor je nauwelijks nog iets over.”
Dat rulings in een verdachte reuk staan, is ook een soort verharding, hè?
Anke Feenstra: “Ja. De laatste jaren zijn er allerlei verplichtingen in het leven geroepen waar een flinke sanctie op is gezet: boetes, openbaarmaking, noem het maar op. Terwijl de adviseurs van weleer vinden dat het destijds prima ging. Dan was het negen van de tien keer goed te regelen. Er wordt niet alleen veel verwacht van de belastingplichtige, maar ook van de adviseurs en accountants. Die moeten een soort doorgeefluik zijn voor de fiscus.”
Angelique Perdaems: “Een soort hulpinspecteur…”
Anke Feenstra: “Misschien kunnen ze best iets met die rol. Maar dan mogen zij ook verwachten dat ze desgevraagd feedback krijgen van de fiscus: dit kan wel en dit kan niet; of als je het nou zo doet dan… Naar mijn idee is die samenwerking op dit moment niet meer mogelijk.”
De relatie met de fiscus lijkt steeds verticaler te worden. De Belastingdienst kan terugvallen op een uitgebreid arsenaal aan informatieverplichtingen en sancties en kan ook nog gegevens opeisen met een informatiebeschikking.
Angelique Perdaems: “Omdat je bezwaar en beroep kunt aantekenen tegen een informatiebeschikking gebruikt de Belastingdienst dit instrument minder en probeert in plaats daarvan steeds vaker de nakoming van de informatieverplichtingen af te dwingen via een civiel kort geding. Maar de civiele rechter stelt zich hierbij terughoudend op. Zo zei het Gerechtshof Amsterdam onlangs dat het meer een taak is voor de belastingrechter om te beoordelen of de informatie moet worden verstrekt dan wel dat de belastingplichtige verstrekking mag weigeren. De belastingrechter kan die de kwestie inhoudelijk namelijk beter beoordelen.”
Anke Feenstra: “De fiscus is ook meer geneigd om bij een civiel geschil tussen twee ondernemers met een fiscaal belang één van de twee partijen te benaderen om informatie uit te wisselen. Ik hoor dan van de civiele advocaat dat de fiscus op de zitting aanwezig was en bij wijze van spreken de pleitnota van de wederpartij heeft. Een civiele procedure is natuurlijk ook voor de fiscus openbaar. Het vervelende is wel dat de fiscus op zo’n moment niet transparant is. Je weet niet welke stukken de fiscus heeft en wat je daar eventueel aan zou willen toevoegen.”
Angelique Perdaems: “Je ziet de laatste tijd ook veel procedures waarin de Belastingdienst niet alle stukken verstrekt, terwijl je daar wel gewoon recht op hebt. De Hoge Raad is daar kritisch in. Maar in de praktijk is het een lastige discussie, want je weet niet welke informatie er is. En als de Belastingdienst iets tot intern stuk bestempelt, moet je naar de rechter om daar een oordeel over te krijgen. De transparantie werkt dus niet altijd twee kanten op.”
Knokken belastingadviseurs en accountants wel hard genoeg voor hun cliënt en voeren zij de strijd wel op het scherp van de snede?
Anke Feenstra: “Veel adviseurs en accountants hebben er geen belang bij om enorm in discussie gaan met de fiscus, omdat ze de relatie vooral goed willen houden. Ze komen de fiscus nog vaker tegen. Dan kan het verstandig zijn om er een onafhankelijk derde bij te halen.”
Zet je als accountant of fiscalist niet de relatie met de fiscus onder druk als je een advocaat inschakelt?
Anke Feenstra: “Je kunt het, denk ik, goed uitleggen aan de klant en aan de Belastingdienst: dit is gewoon een hele andere discussie; we gaan nu een procedure in met boetes, waar strafrechtelijke definities gelden, waar de belastingadviseur of de accountant niet echt in thuis zijn en waar iemand anders maar eens goed naar moet kijken.”
Dit interview was in augustus 2018 één van de meest gelezen artikelen van Accountant.nl
Meer informatie
Hertoghs Advocaten heeft het (gekuiste) draaiboek van de Belastingdienst voor de omgang met vermogen in het buitenland openbaar gemaakt.